donderdag, november 15, 2007

Een verhaal voor school

Het kerstmaal van de wolf
een vertelling

Het was de dag voor Kerst en de wolf had grote problemen. Zijn complete voedselvoorraad van ingeblikte bonen was op en hij had al drie dagen niet gegeten. Van de honger kon hij niet slapen en van niet slapen kreeg hij weer meer honger. De wolf voelde zich een wrak, een hol wrak.
Niet alleen de honger vormde een probleem… Hij had zijn moedertje beloofd dat hij voor haar een heerlijke kerstmaaltijd zou bereiden (iets wat vorig jaar nogal mislukt was, omdat hij er op het laatste moment achter was gekomen dat de drie biggetjes plotseling met vakantie bleken te zijn naar Spanje. Zonder hem hierover in te lichten!). Zijn moedertje had de gekookte broccoli vreselijk gevonden en ze had in het hele bos, tegen alles en iedereen, geklaagd over haar eerste Vleesloze Kerstmaal. De wolf was vastbesloten het dit jaar goed te maken…

De volgende dag was had de wolf zich de nodige moed ingesproken. Hij trok in alle vroegte de deur van zijn huis dicht en stapte naar buiten. Het had gesneeuwd en het hele bos lag verstopt onder een dikke witte deken. Gelukkig kende de wolf de omgeving op zijn harige duimpje en had hij geen last van de kou dankzij zijn dikke vacht. Vastberaden ging hij “op jacht” (zoals zijn vader dat vroeger noemde).
Bij de driesprong zag hij opeens een rood stipje op en neer stuiteren over een van de paden. Vlug dook de wolf achter een sneeuwhoop. Het rode stipje bleek Roodkapje te zijn, die in de winter altijd een felrood skipak droeg om op temperatuur te blijven. Huppelend bereikte ze de driesprong en stond stil. Aan haar arm bungelde een mand waar de stoom vanaf kwam.
De wolf rook meteen dat er “iets kippigs” in zat. Zijn moedertje was dol op kip. Hij sprong op het meisje af en maakte alle enge geluiden die hij kende. Toen dat niet leek te werken, groette hij Roodkapje vriendelijk en vroeg waar ze naar toe ging. Roodkapje had duidelijk haast. Ze vertelde snel dat ze naar haar grootmoeder toe moest en geen tijd had om met kwijlende wolven te praten. De wolf keek haar na terwijl ze huppelend haar weg vervolgde. De geur van gebraden kip bleef nog even in zijn neusgaten hangen en verdween toen ook.
Iets in hem zei dat hij het meisje moest volgen… of besluipen… iets in hem wilde het mandje uit haar hand grissen en de gerookte kip meeroven… Iets in hem mopperde over broccoli op 1e Kerstdag… De wolf ging zuchtend op een koude kei zitten en vroeg zich af waarom het leven zo ingewikkeld was. Waar haalde hij nu nog een fatsoenlijk maal vandaan…


Toen hij bijna vast dreigde te vriezen aan de steen, kreeg hij opeens een ingeving. De drie biggetjes! Hij had ze de vorige dag nog met een kerstboom zien slepen, dus hij kon wel aannemen dat ze dit jaar gewoon thuis zouden zijn met de feestdagen.
Vol nieuwe energie draafde de wolf in de richting van het stenen huis van de biggen. Daar aangekomen zag hij dat drie broeders aardig hun best hadden gedaan om het gezellig te maken. Snoeren met bonte kerstlampjes hingen voor de ramen en aan de dakpannen hingen lichtgevende ijspegels waar muziek uit kwam. Boven de deur had één van de grappenmakers het bordje “Holthuus” gehangen, een overblijfsel van de vorige woning. Al met al zag het er vreselijk gezellig uit. De wolf had zich voorgenomen om dit keer niet aan te bellen of te kloppen. Een frontale confrontatie leek hem het beste. Toch brak het angstzweet hem uit toen hij vlakbij de deur was. Wat nu als de biggen niet mee wilden werken? Wat als er onverwachte visite aanwezig zou zijn…? Uiteindelijk hervond hij zichzelf. Hij móest en zóu zijn moedertje het beloofde, vlezige, kerstmaal voorschotelen. Hij beukte de deur open en stormde naar de woonkamer.
De drie biggen hadden net gegeten en lagen her en der verspreid op de banken. Ze schrokken even van de onverwachte binnenkomst van de besneeuwde wolf maar boden hem al snel een krukje aan. De wolf had een kwartiertje nodig om op adem en temperatuur te komen voor hij de biggen vertelde waarvoor hij langskwam.
Natuurlijk vonden de drie biggen het totaal geen probleem om hem een ingevroren kip uit de vriezer te lenen. Ze gaven hem zelfs nog een bak zelfgemaakte appelmoes mee en een flesje wijn. Ze hadden er nog steeds spijt van dat ze het jaar ervoor zomaar op vakantie waren gegaan terwijl ze hem hadden beloofd dat hij hun frituurpan mocht lenen om kipnuggets voor zijn moeder te bakken.
De wolf slikte een paar keer en gaf de biggen toen alledrie een stevige knuffel. Hij beloofde dat hij vaker langs zou komen en dat ze de geleende kip in het voorjaar terug zouden krijgen.
En zo kwam het dat de wolf zijn moedertje op 1e Kerstdag kon verrassen met een heerlijke gevulde Kip-Uit-De-Oven. Terwijl zij de botjes afkloof, begon de wolf aan zijn derde portie salade en voelde zich intens gelukkig.

De moraal van dit verhaal? Alleen in sprookjes ligt er nog een flink pak sneeuw met kerst…

Fijne Kerstdagen!