Vakantieverslag van Munjo
Terwijl wij in Frankrijk waren, logeerde Munjo bij mijn ouders in Gorssel.
Het beviel aan alle kanten erg goed, Munjo ziet dit adres als een luxe vakantieoord-op-stand en mijn ouders kennen onze zwarte dame inmiddels door en door. Mijn vader heeft zelfs een verslag namens Munjo geschreven;
Hallo luitjes !
Even voorstellen: Mijn naam is Munjo en ik ben een volwassen hond van 9 jaar oud van het vrouwelijke kunne en ik zie er nog heel goed uit voor mijn leeftijd. Mijn kleur is zwart met hier en daar wat grijs vanwege mijn gevorderde leeftijd.
Door middel van dit voor mij onbegrijpelijke en onsympathieke digitale medium laat ik even aan het thuisfront weten hoe het mij hier op mijn vakantieadres vergaat.
Daar gaat tie !!!
Nadat ik voor mijn hol thuis in het rollende hol (auto voor het oplettende lezertje) was gelokt, mocht ik na lang wachten en veel zweten er op een mij volkomen onbekende locatie weer uit.
Gelukkig werd ik begeleid door mijn baasje Peer en bazinnetje Maaike, dat was toch wel het minste wat ze voor mij konden doen.
Onderweg kreeg ik al argwaan omdat mijn eigen mand en dekentje mee gingen. Dat voorspelt meestal niet veel goeds voor een hond.
Er was ook wat speelgoed van mij mee. Heb ik trouwens niet meer terug gezien. Weg, verdwenen, nada, zeg maar dag met je pootje. Een goed begin!
De nieuwe stek bleek in de buurt van Zutphen te zijn en op een bordje stond Vosweg. Deze verwijzing naar een ver familielid kon mij toch niet gerust stellen.
Bij aankomst mocht ik meteen uit het rijdende hol en ik werd begroet door het meest maffe stel dat je je maar kunt voorstellen.
Een al wat ouder teefje genaamd Elly, een ook al wat oudere reu (met volledig ontbloot en stel je voor, onbehaard bovenlijf), die Theo bleek te heten en dan komt het, een arrogant opgefokt soortgenootje van mij genaamd Mucha.
Dit is een, voor mijn doen als volwassen mechelse herder, klein opdondertje van een duits herdertje, gelukkig wel een teefje, van bijna twee jaar oud. Een soort onvolwassen pubertje dus. Maar met kapsjones, ho maar! Wil je niet weten.
Toch kwam Mucha mij bekend voor van vroeger toen zij nog een pup was en toen ik eens wat beter om mij heen keek ,merkte ik dat ik een jaar geleden ook al bij de Vosweg was geweest.
Het angstzweet brak mij meteen uit, dat kun je wel begrijpen.
Het kleine opdondertje wilde natuurlijk meteen met mij spelen, er helemaal niet aan denkend dat ik de pensioengerechtigde leeftijd al bijna heb bereikt.
Al keffend sprong zij om mij heen en ik moest haar natuurlijk meteen corrigeren en met een diep gegrom op haar plaats zetten. Hier ben ik erg goed in, al zeg ik het zelf.
Na een paar keer, had zelfs deze minkukel het begrepen. HANDS OFF FROM MUNJO.
Na een poosje stapten tot mijn diepste verbijstering mijn baasje en bazinnetje in hun rijdend hol en gingen er in een stofwolk al blaffend (als je toet-toet als blaf meetelt) vandoor, mij duidelijk en geheel onverantwoord aan mijn lot overlatend.
Het was dus de bedoeling dat ik achterbleef met de surrogaat herberg vader en moeder en hun verwende snotneus. Dat noemen ze dus VAKANTIE. Ik noem het dumpen van een bejaarde.
Van ergernis heb ik meteen maar drie stokken vernield.
Het aan een boom binden is niet zo heel erg veel slechter, dacht ik nog.
Maar gelukkig valt het allemaal later weer wat mee. Het zijn de emoties in het begin, die je als alleenstaande oudere hond parten spelen.
Om de sfeer niet meteen te verpesten, luister ik als de beste naar alle commando’s die worden gegeven. Ik ben de gehoorzaamste hond van het westelijk halfrond. Dat doe ik veel beter als die duitse en zo kan ik vanaf het begin wat goodwill scoren.
Maar ja, je kunt een mechelse ook niet met een duitse vergelijken, zeg ik altijd maar!
Na van de eerste schrik bekomen te zijn, ben ik de buurt maar eens gaan verkennen. Steeds op de voet gevogd door die duitse puber, die ik niet van me af kon slaan.
Ik moet zeggen dat het nieuwe jachtgebied meeviel. Een leuk stuk vlak terrein, wat blijkbaar GRASVELD bleek te heten. Ook een stuk met wat bomen en struiken, wat vol overdrijving BOS wordt genoemd.
In ieder geval kan ik daar tenminste in alle rust mijn behoeftes doen. Als tenminste de neus van het opdondertje niet in de buurt is.
Ze hebben hier ook twee hele grote, zwart-witte honden. Die staan een stukje verder in het gras, dat ze trouwens de hele dag door lopen te eten. Vreemde jongens die Romijnen, wil ik maar zeggen. Ik mag niet met ze spelen, maar goed ook, want ik ben er een beetje bang voor.
Kan ze niet verstaan ook, want ze blaffen met een heel vreemd buitenlands accent. Klinkt als BOE BOE of zoiets.
Katten heb ik hier niet gezien. Ik heb begrepen dat die hier altijd in bomen zitten vanwege het gevaar van onze soort. Eindelijk gerechtigheid!!
Andere dieren zie ik hier ook niet veel. Eekhoorns zitten ook in de bomen, konijnen in de grond (neem ik maar aan), en vogels in de lucht. Kan ik ook niet bij. Het is geweldig hier met de variatie in diersoorten, maar niet heus dus !
Mijn grote passie, het verzamelen en slopen en afkluiven van stokken, kan ik tenminste voor de volle honderd procent uitleven. Tenminste nog een enkel pluspunt aan dit gedwongen verblijf.
Van reu Theo mag ik volop mijn gang gaan, wat ik natuurlijk niet kan weigeren.
Dit maakt veel goed. Vooral omdat ik hier veel meer bedreven in ben als het opdondertje, die duidelijk nog veel te leren heeft.
Ook het hol, ze blijven het harnekkig BINNEN noemen, valt wel mee.
Ik kreeg, zoals in de eerste de beste jeugdherberg, een slaapplek toegewezen en mocht ’s avonds meekijken naar de gekleurde buis, waar zo nu en dan wat hondengeluiden uitkwamen.
Gelukkig slaapt het verwende herderinnetje in een ander deel van het hol, zodat ik tenminste ’s nachts aan mijn verdiende rust toekom.
Reu Theo en teefje Elly slapen weer ergens anders. Gelukkig maken ze ’s nachts geen herrie, iets wat ik thuis wel anders heb meegemaakt, zodat ik niet op slechte gedachten kom.
Want hier beroeren we een teer punt in mijn zieleleven!!
Ik voelde al een aantal dagen voor vertrek vlinders in mijn buik en met de dag vond ik alle reuen bij mijn eigen hol leuker en aantrekkelijker.
Het is wat genant om er over te beginnen, maar jullie kennen dat gevoel wel. Komt er een knappe man aan, gaat automatisch mijn staart aan de kant en draai ik hem mijn meest aantrekkelijke intieme delen toe. So sorry, maar anders kan ik het als hond niet uitleggen.
Theo en Elly, je weet wel dat maffe stel jeugherbergouders, sprongen opgewonden in het rond en riepen iets als LOOPS. Daar ben ik dus mooi mee opgescheept tijdens mijn vakantie als dame op leeftijd. Weg alle hooggespannen verwachtingen. Toch wel een teken van een sterk gestel vind ik.
Het nadeel is wel dat ik buiten het eigen jachtgebied niet meer los mag lopen. Maar dat vind ik helemaal niet erg meer, want de eerste wandeling met reu Theo en het opdondertje was wel wat lang en het was ook erg warm. Ik was blij weer het hol te zien na mij een uur op diverse zandwegen te hebben afgepeigerd.
Tijdens alle wandelingen heeft reu Theo, en ik moet toegeven dat ik dat wel kan waarderen, want je wil toch geen problemen meer op mijn leeftijd, mij keurig beschermd tegen opdringerige mannen. Nu, en dat zijn er nogal wat. Blijkbaar kom ik met mijn glanzende zwarte vacht en mijn nobel belgisch voorkomen toch nog goed over bij al die boeren pummels uit deze ijsselvallei, die in de buurt van de Vosweg wonen. Zo heb je Cooper en Job twee huizen verderop. Job telt eigenlijk niet meer mee, want hij is al ouder dan ik en heeft iets aan zijn heupen. Jammer voor hem en gelukkig voor mij. Zonder soepele heupjes hoef je bij mij niet aan te komen, nu niet, morgen niet, nooit niet.
Cooper zag ik wel zitten. Ze noemen hem hier plaatselijk LOVERBOY, nu dan weet je het wel. Ik ben ternauwernood aan een vreselijk lot achter een raam ontsnapt.
Dan zijn er Thijs en Joris, twee wat kleinere hondjes. Wel aardig, maar met springen kunnen ze er nog niet bij, dus geen gevaar en genot voor mij.
Quappo is een hele grote hond. Daar ben ik zelf maar in een boog omheengelopen. Je begrijpt wel waarom. Alleen de gedachte al gaf mij kramp in het kruis.
Voor de rest zijn er nog Bruno, Sam, Ventje, Floris en nog wat andere losse contacten, waar ik de namen van ben vergeten. Ventje is geen echte bedreiging, want hij past in een schoenendoos, zo klein is tie. Alleen weet hij dat zelf niet en hij heeft als compensatie een hele grote gore bek. Moet ik niets van hebben.
Ik heb dus weing gewandeld buiten het jachtgebied en kon alle vrij tijd besteden aan vakentie-genoegens waar je de deur niet voor uit hoeft.
Nu, en daar kunnen ze er wat van. Die duitse is niet voor niets zo verwend.
Teefje Elly houdt hier in dit aards paradijsje (was ’t maar waar!!) een strak regime aan onder het motto van drie erren (RRR). Te weten de volgende:
-Rust
-Reinheid
-Regelmaat
Nu en dat heb ik dus geweten en aan den lijve kunnen ondervinden.
De volgende dagindeling spreekt boekdelen en wordt door Elly als heilig en onveranderbaar beschouwd. Daar zit je dus mooi aan vast tijdens je zo welverdiende vakantie ! HIJ IS FIJN!!
Na enige dagen kende ik deze dagindeling al uit mijn hoofd en kon ik soms wat voorwerken. Dit leverde wat extra slaapmomenten op, wat voor een dame op mijn leeftijd mooi meegenomen is. Je moet ook aan jezelf kunnen denken, zeg ik maar.
De dagindeling kun je als volgt ZEER BEKNOPT samenvatten:
-Wakker worden, uitrekken en onder vakkundige begeleiding in het bos de behoeften doen
-Kijken hoe de anderen WEL een ontbijtje nuttigen
-Rusten op mijn favoriete plek in het hol voor het prive-slaaphol van Elly en Theo
-Rusten buiten
-Wandelen onder begeleiding van Theo en Mucha buiten het eigen jachtgebied
-Rusten buiten
-Koffie pauze, hoeft voor mij eigenlijk niet, zie deze onderbreking niet zitten
-Rusten buiten of binnen, al naar gelang hoe de petjes van de kampleiding staan
-Naar het bos om op takken te kauwen
-Rusten waar dan ook
-Naar de SPEELTUIN (dat is de plek waar reu Theo zelf takken kapot maakt voor de winter)
-Rusten (erg he ?)
-Lunch, misschien valt er een brokje af
-Rusten (het wordt eentonig)
-Naar het BOS
-Rusten
-Naar de SPEELTUIN
-Rusten en voorbereiden voor het volgende, nl:
-BAD, wat wil zeggen; meehelpen drie emmers en een teil water over me heen te laten kiepen, een van de weinige hoogtepunten van de dag
-Rusten en opdrogen, anders lijdt mijn ravenzwarte vacht onder al het jolijt
-Borrelen, tenminste een knabbeltje meepikken. Ik kan nog steeds niet aan die goedkope port wennen. De kampleiding is er echter gek op, het lijkt de waterleiding wel!!
-Wachten op het avondeten. De moeilijkste periode van de dag. Veel stress en knorren van de maag. Een hond lijdt wat af!!
-ETEN. Apart van die andere hond, want die eet als een rijger en steelt zo nodig de raven. Ik krijg net voldoende, moet ik zeggen. Het is soms wel vreemd en buitenlands eten. Maar ja, vakantie he ?
-Rusten oftewel uitbuiken
-Wandelen buiten het eigen gebied. Goed voor de spijsvertering. Ik sjok wel mee
-Rusten buiten
-Naar binnen voor het vieren van de avond bij de gekleurde kijkdoos
-Rusten op het eigen kleed ter voorbereiding van het volgende:
-Naar buiten voor de laatste behoeften van de volwassen hond
-Naar bed, oftewel slapen gaan. Eindelijk, of het nooit zo ver zou komen !
-Dromen over een vreemde en vermoeiende vakantie-dag
Zoals je ziet, peigeren we wat af op een dag. En dat gaat dag-in dag-uit zo door. Wel of geen week-end.
Als ik ooit nog eens thuiskom ben ik een gebroken hond.
Over het baden wil ik nog kwijt, dat ik daar veel beter in ben als dat verwende duitse mormel hier. Je kunt duidelijk zien dat ik veel zwemervaring heb en die andere hond totaal niet. Na wat aanmoedigingen van mijn kant gaat het nu wat beter en durft zij ook wat water met haar snuit op te vangen. Maar het blijft er lachwekkend uitzien.
Baden met de emmer of teil vind ik geweldig dus. Maar ze moeten niet zo’n enge waterslang op mij richten, dat is niets voor mij. Veel te frivool op mijn leeftijd.
Natuurlijk vindt dat andere hondje Mucha dat weer wel geweldig. Zo zie je maar weer, verschil moet er zijn.
Bovendien droog ik veel mooier en strakker op als die duitse, wil ik nog even trots vermelden.
Nu dit was zo’n beetje wat mij hier wordt aangedaan door dat vreemde drietal hier.
Voorlopig houd ik het nog wel vol, maar ik wil toch wel ZO SNEL MOGELIJK worden opgehaald. Als het even zou kunnen morgen al. Ik ben blijkbaar niet zo’n vakantie-hond.
Als ik alles heb gezien, wil ik weer naar huis. Van wie zou ik dat hebben ?
De vakantie-groeten van Munjo
POOT EN EEN LIK
Vanwege een storing kan ik alleen een link geven van wat beeldmateriaal:
http://img252.imageshack.us/img252/5320/munjoenmuchaqq6.jpg
http://img252.imageshack.us/img252/7650/munjokijktqx2.jpg
Het beviel aan alle kanten erg goed, Munjo ziet dit adres als een luxe vakantieoord-op-stand en mijn ouders kennen onze zwarte dame inmiddels door en door. Mijn vader heeft zelfs een verslag namens Munjo geschreven;
Hallo luitjes !
Even voorstellen: Mijn naam is Munjo en ik ben een volwassen hond van 9 jaar oud van het vrouwelijke kunne en ik zie er nog heel goed uit voor mijn leeftijd. Mijn kleur is zwart met hier en daar wat grijs vanwege mijn gevorderde leeftijd.
Door middel van dit voor mij onbegrijpelijke en onsympathieke digitale medium laat ik even aan het thuisfront weten hoe het mij hier op mijn vakantieadres vergaat.
Daar gaat tie !!!
Nadat ik voor mijn hol thuis in het rollende hol (auto voor het oplettende lezertje) was gelokt, mocht ik na lang wachten en veel zweten er op een mij volkomen onbekende locatie weer uit.
Gelukkig werd ik begeleid door mijn baasje Peer en bazinnetje Maaike, dat was toch wel het minste wat ze voor mij konden doen.
Onderweg kreeg ik al argwaan omdat mijn eigen mand en dekentje mee gingen. Dat voorspelt meestal niet veel goeds voor een hond.
Er was ook wat speelgoed van mij mee. Heb ik trouwens niet meer terug gezien. Weg, verdwenen, nada, zeg maar dag met je pootje. Een goed begin!
De nieuwe stek bleek in de buurt van Zutphen te zijn en op een bordje stond Vosweg. Deze verwijzing naar een ver familielid kon mij toch niet gerust stellen.
Bij aankomst mocht ik meteen uit het rijdende hol en ik werd begroet door het meest maffe stel dat je je maar kunt voorstellen.
Een al wat ouder teefje genaamd Elly, een ook al wat oudere reu (met volledig ontbloot en stel je voor, onbehaard bovenlijf), die Theo bleek te heten en dan komt het, een arrogant opgefokt soortgenootje van mij genaamd Mucha.
Dit is een, voor mijn doen als volwassen mechelse herder, klein opdondertje van een duits herdertje, gelukkig wel een teefje, van bijna twee jaar oud. Een soort onvolwassen pubertje dus. Maar met kapsjones, ho maar! Wil je niet weten.
Toch kwam Mucha mij bekend voor van vroeger toen zij nog een pup was en toen ik eens wat beter om mij heen keek ,merkte ik dat ik een jaar geleden ook al bij de Vosweg was geweest.
Het angstzweet brak mij meteen uit, dat kun je wel begrijpen.
Het kleine opdondertje wilde natuurlijk meteen met mij spelen, er helemaal niet aan denkend dat ik de pensioengerechtigde leeftijd al bijna heb bereikt.
Al keffend sprong zij om mij heen en ik moest haar natuurlijk meteen corrigeren en met een diep gegrom op haar plaats zetten. Hier ben ik erg goed in, al zeg ik het zelf.
Na een paar keer, had zelfs deze minkukel het begrepen. HANDS OFF FROM MUNJO.
Na een poosje stapten tot mijn diepste verbijstering mijn baasje en bazinnetje in hun rijdend hol en gingen er in een stofwolk al blaffend (als je toet-toet als blaf meetelt) vandoor, mij duidelijk en geheel onverantwoord aan mijn lot overlatend.
Het was dus de bedoeling dat ik achterbleef met de surrogaat herberg vader en moeder en hun verwende snotneus. Dat noemen ze dus VAKANTIE. Ik noem het dumpen van een bejaarde.
Van ergernis heb ik meteen maar drie stokken vernield.
Het aan een boom binden is niet zo heel erg veel slechter, dacht ik nog.
Maar gelukkig valt het allemaal later weer wat mee. Het zijn de emoties in het begin, die je als alleenstaande oudere hond parten spelen.
Om de sfeer niet meteen te verpesten, luister ik als de beste naar alle commando’s die worden gegeven. Ik ben de gehoorzaamste hond van het westelijk halfrond. Dat doe ik veel beter als die duitse en zo kan ik vanaf het begin wat goodwill scoren.
Maar ja, je kunt een mechelse ook niet met een duitse vergelijken, zeg ik altijd maar!
Na van de eerste schrik bekomen te zijn, ben ik de buurt maar eens gaan verkennen. Steeds op de voet gevogd door die duitse puber, die ik niet van me af kon slaan.
Ik moet zeggen dat het nieuwe jachtgebied meeviel. Een leuk stuk vlak terrein, wat blijkbaar GRASVELD bleek te heten. Ook een stuk met wat bomen en struiken, wat vol overdrijving BOS wordt genoemd.
In ieder geval kan ik daar tenminste in alle rust mijn behoeftes doen. Als tenminste de neus van het opdondertje niet in de buurt is.
Ze hebben hier ook twee hele grote, zwart-witte honden. Die staan een stukje verder in het gras, dat ze trouwens de hele dag door lopen te eten. Vreemde jongens die Romijnen, wil ik maar zeggen. Ik mag niet met ze spelen, maar goed ook, want ik ben er een beetje bang voor.
Kan ze niet verstaan ook, want ze blaffen met een heel vreemd buitenlands accent. Klinkt als BOE BOE of zoiets.
Katten heb ik hier niet gezien. Ik heb begrepen dat die hier altijd in bomen zitten vanwege het gevaar van onze soort. Eindelijk gerechtigheid!!
Andere dieren zie ik hier ook niet veel. Eekhoorns zitten ook in de bomen, konijnen in de grond (neem ik maar aan), en vogels in de lucht. Kan ik ook niet bij. Het is geweldig hier met de variatie in diersoorten, maar niet heus dus !
Mijn grote passie, het verzamelen en slopen en afkluiven van stokken, kan ik tenminste voor de volle honderd procent uitleven. Tenminste nog een enkel pluspunt aan dit gedwongen verblijf.
Van reu Theo mag ik volop mijn gang gaan, wat ik natuurlijk niet kan weigeren.
Dit maakt veel goed. Vooral omdat ik hier veel meer bedreven in ben als het opdondertje, die duidelijk nog veel te leren heeft.
Ook het hol, ze blijven het harnekkig BINNEN noemen, valt wel mee.
Ik kreeg, zoals in de eerste de beste jeugdherberg, een slaapplek toegewezen en mocht ’s avonds meekijken naar de gekleurde buis, waar zo nu en dan wat hondengeluiden uitkwamen.
Gelukkig slaapt het verwende herderinnetje in een ander deel van het hol, zodat ik tenminste ’s nachts aan mijn verdiende rust toekom.
Reu Theo en teefje Elly slapen weer ergens anders. Gelukkig maken ze ’s nachts geen herrie, iets wat ik thuis wel anders heb meegemaakt, zodat ik niet op slechte gedachten kom.
Want hier beroeren we een teer punt in mijn zieleleven!!
Ik voelde al een aantal dagen voor vertrek vlinders in mijn buik en met de dag vond ik alle reuen bij mijn eigen hol leuker en aantrekkelijker.
Het is wat genant om er over te beginnen, maar jullie kennen dat gevoel wel. Komt er een knappe man aan, gaat automatisch mijn staart aan de kant en draai ik hem mijn meest aantrekkelijke intieme delen toe. So sorry, maar anders kan ik het als hond niet uitleggen.
Theo en Elly, je weet wel dat maffe stel jeugherbergouders, sprongen opgewonden in het rond en riepen iets als LOOPS. Daar ben ik dus mooi mee opgescheept tijdens mijn vakantie als dame op leeftijd. Weg alle hooggespannen verwachtingen. Toch wel een teken van een sterk gestel vind ik.
Het nadeel is wel dat ik buiten het eigen jachtgebied niet meer los mag lopen. Maar dat vind ik helemaal niet erg meer, want de eerste wandeling met reu Theo en het opdondertje was wel wat lang en het was ook erg warm. Ik was blij weer het hol te zien na mij een uur op diverse zandwegen te hebben afgepeigerd.
Tijdens alle wandelingen heeft reu Theo, en ik moet toegeven dat ik dat wel kan waarderen, want je wil toch geen problemen meer op mijn leeftijd, mij keurig beschermd tegen opdringerige mannen. Nu, en dat zijn er nogal wat. Blijkbaar kom ik met mijn glanzende zwarte vacht en mijn nobel belgisch voorkomen toch nog goed over bij al die boeren pummels uit deze ijsselvallei, die in de buurt van de Vosweg wonen. Zo heb je Cooper en Job twee huizen verderop. Job telt eigenlijk niet meer mee, want hij is al ouder dan ik en heeft iets aan zijn heupen. Jammer voor hem en gelukkig voor mij. Zonder soepele heupjes hoef je bij mij niet aan te komen, nu niet, morgen niet, nooit niet.
Cooper zag ik wel zitten. Ze noemen hem hier plaatselijk LOVERBOY, nu dan weet je het wel. Ik ben ternauwernood aan een vreselijk lot achter een raam ontsnapt.
Dan zijn er Thijs en Joris, twee wat kleinere hondjes. Wel aardig, maar met springen kunnen ze er nog niet bij, dus geen gevaar en genot voor mij.
Quappo is een hele grote hond. Daar ben ik zelf maar in een boog omheengelopen. Je begrijpt wel waarom. Alleen de gedachte al gaf mij kramp in het kruis.
Voor de rest zijn er nog Bruno, Sam, Ventje, Floris en nog wat andere losse contacten, waar ik de namen van ben vergeten. Ventje is geen echte bedreiging, want hij past in een schoenendoos, zo klein is tie. Alleen weet hij dat zelf niet en hij heeft als compensatie een hele grote gore bek. Moet ik niets van hebben.
Ik heb dus weing gewandeld buiten het jachtgebied en kon alle vrij tijd besteden aan vakentie-genoegens waar je de deur niet voor uit hoeft.
Nu, en daar kunnen ze er wat van. Die duitse is niet voor niets zo verwend.
Teefje Elly houdt hier in dit aards paradijsje (was ’t maar waar!!) een strak regime aan onder het motto van drie erren (RRR). Te weten de volgende:
-Rust
-Reinheid
-Regelmaat
Nu en dat heb ik dus geweten en aan den lijve kunnen ondervinden.
De volgende dagindeling spreekt boekdelen en wordt door Elly als heilig en onveranderbaar beschouwd. Daar zit je dus mooi aan vast tijdens je zo welverdiende vakantie ! HIJ IS FIJN!!
Na enige dagen kende ik deze dagindeling al uit mijn hoofd en kon ik soms wat voorwerken. Dit leverde wat extra slaapmomenten op, wat voor een dame op mijn leeftijd mooi meegenomen is. Je moet ook aan jezelf kunnen denken, zeg ik maar.
De dagindeling kun je als volgt ZEER BEKNOPT samenvatten:
-Wakker worden, uitrekken en onder vakkundige begeleiding in het bos de behoeften doen
-Kijken hoe de anderen WEL een ontbijtje nuttigen
-Rusten op mijn favoriete plek in het hol voor het prive-slaaphol van Elly en Theo
-Rusten buiten
-Wandelen onder begeleiding van Theo en Mucha buiten het eigen jachtgebied
-Rusten buiten
-Koffie pauze, hoeft voor mij eigenlijk niet, zie deze onderbreking niet zitten
-Rusten buiten of binnen, al naar gelang hoe de petjes van de kampleiding staan
-Naar het bos om op takken te kauwen
-Rusten waar dan ook
-Naar de SPEELTUIN (dat is de plek waar reu Theo zelf takken kapot maakt voor de winter)
-Rusten (erg he ?)
-Lunch, misschien valt er een brokje af
-Rusten (het wordt eentonig)
-Naar het BOS
-Rusten
-Naar de SPEELTUIN
-Rusten en voorbereiden voor het volgende, nl:
-BAD, wat wil zeggen; meehelpen drie emmers en een teil water over me heen te laten kiepen, een van de weinige hoogtepunten van de dag
-Rusten en opdrogen, anders lijdt mijn ravenzwarte vacht onder al het jolijt
-Borrelen, tenminste een knabbeltje meepikken. Ik kan nog steeds niet aan die goedkope port wennen. De kampleiding is er echter gek op, het lijkt de waterleiding wel!!
-Wachten op het avondeten. De moeilijkste periode van de dag. Veel stress en knorren van de maag. Een hond lijdt wat af!!
-ETEN. Apart van die andere hond, want die eet als een rijger en steelt zo nodig de raven. Ik krijg net voldoende, moet ik zeggen. Het is soms wel vreemd en buitenlands eten. Maar ja, vakantie he ?
-Rusten oftewel uitbuiken
-Wandelen buiten het eigen gebied. Goed voor de spijsvertering. Ik sjok wel mee
-Rusten buiten
-Naar binnen voor het vieren van de avond bij de gekleurde kijkdoos
-Rusten op het eigen kleed ter voorbereiding van het volgende:
-Naar buiten voor de laatste behoeften van de volwassen hond
-Naar bed, oftewel slapen gaan. Eindelijk, of het nooit zo ver zou komen !
-Dromen over een vreemde en vermoeiende vakantie-dag
Zoals je ziet, peigeren we wat af op een dag. En dat gaat dag-in dag-uit zo door. Wel of geen week-end.
Als ik ooit nog eens thuiskom ben ik een gebroken hond.
Over het baden wil ik nog kwijt, dat ik daar veel beter in ben als dat verwende duitse mormel hier. Je kunt duidelijk zien dat ik veel zwemervaring heb en die andere hond totaal niet. Na wat aanmoedigingen van mijn kant gaat het nu wat beter en durft zij ook wat water met haar snuit op te vangen. Maar het blijft er lachwekkend uitzien.
Baden met de emmer of teil vind ik geweldig dus. Maar ze moeten niet zo’n enge waterslang op mij richten, dat is niets voor mij. Veel te frivool op mijn leeftijd.
Natuurlijk vindt dat andere hondje Mucha dat weer wel geweldig. Zo zie je maar weer, verschil moet er zijn.
Bovendien droog ik veel mooier en strakker op als die duitse, wil ik nog even trots vermelden.
Nu dit was zo’n beetje wat mij hier wordt aangedaan door dat vreemde drietal hier.
Voorlopig houd ik het nog wel vol, maar ik wil toch wel ZO SNEL MOGELIJK worden opgehaald. Als het even zou kunnen morgen al. Ik ben blijkbaar niet zo’n vakantie-hond.
Als ik alles heb gezien, wil ik weer naar huis. Van wie zou ik dat hebben ?
De vakantie-groeten van Munjo
POOT EN EEN LIK
Vanwege een storing kan ik alleen een link geven van wat beeldmateriaal:
http://img252.imageshack.us/img252/5320/munjoenmuchaqq6.jpg
http://img252.imageshack.us/img252/7650/munjokijktqx2.jpg